Lijst met woorden van 7 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van zeven letters bevattend met AFSLafslaan afslaat afslank afsleep afsleet afsleur afslibt afslijp afslijt afsloeg afsloft afsloof afsloop afsloot afslorp afsluip afsluit afslurp 31 definities gevonden- afslaan — w. Overgankelijk iets weigeren aan te nemen. — w. Overgankelijk door een slaande beweging iets omlaag doen bewegen. — w. Overgankelijk een aanval succesvol het hoofd bieden, verdrijven.
- afslaat — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslaan. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslaan.
- afslank — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslanken.
- afsleep — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslepen. — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afslijpen.
- afsleet — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afslijten.
- afsleur — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsleuren.
- afslibt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslibben. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslibben.
- afslijp — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslijpen.
- afslijt — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslijten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslijten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslijten.
- afsloeg — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afslaan.
- afsloft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsloffen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsloffen.
- afsloof — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsloven.
- afsloop — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslopen. — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afsluipen.
- afsloot — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afsluiten. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsloten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsloten.
- afslorp — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslorpen.
- afsluip — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsluipen.
- afsluit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsluiten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsluiten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsluiten.
- afslurp — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslurpen.
|