|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 10 11 12
Er zijn 17 woorden bevattend met AFGAafga —— afgaf —— afgaan afgaat afgang —— afgaand afgaven —— afgaande afgangen voorafga —— afgangetje erop␣afgaan voorafgaan voorafgaat —— afgangetjes voorafgaand —— voorafgaande 26 definities gevonden- afga — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgaan. — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van afgaan.
- afgaf — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afgeven.
- afgaan — w. Ergatief naar beneden gaan. — w. Ergatief afgeschoten worden, in werking gebracht worden. — w. Ergatief een slechte indruk nalaten.
- afgaat — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgaan. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgaan.
- afgang — n. Een schaamtevolle mislukking die gezichtsverlies veroorzaakt…
- afgaand — w. Onvoltooid deelwoord van afgaan. — bijv. Naar beneden gaan, dalend.
- afgaven — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afgeven.
- afgaande — w. Verbogen vorm van afgaand, het onvoltooid deelwoord van afgaan.
- afgangen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord afgang.
- voorafga — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorafgaan.
- afgangetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord afgang.
- erop␣afgaan — w. Ten aanval trekken, iets aanpakken.
- voorafgaan — w. Onovergankelijk voor iets anders komen. — w. Onovergankelijk gaan voor anderen, voorgaan.
- voorafgaat — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorafgaan. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorafgaan.
- afgangetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord afgang.
- voorafgaand — w. Onvoltooid deelwoord van voorafgaan. — bijv. Op een tijdstip kort tevoren. — bijv. ~ aan: in de tijd eerder komend.
- voorafgaande — w. Verbogen vorm van voorafgaand, het onvoltooid deelwoord van voorafgaan.
Zie deze lijst voor:
| |