Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 14 woorden bevattend met ALTUbetaalt␣uit dwaaltuin dwaaltuinen dwaaltuintje dwaaltuintjes haalt␣uit Kanaaltunnel maalt␣uit stalt␣uit straalt␣uit taaltuinier taaltuiniers valt␣uit valt␣uiteen 28 definities gevonden- betaalt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbetalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbetalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbetalen.
- dwaaltuin — n. (Verouderd) doolhof; tuin met verrassingen en verwarrende gangen.
- dwaaltuinen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord dwaaltuin.
- dwaaltuintje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord dwaaltuin.
- dwaaltuintjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord dwaaltuin.
- haalt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uithalen.
- Kanaaltunnel — eig. Een spoorwegtunnel onder Het Kanaal tussen Frankrijk en Engeland.
- maalt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitmalen.
- stalt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstallen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstallen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitstallen.
- straalt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstralen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstralen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitstralen.
- taaltuinier — n. (Taalkunde) iemand die ’foutieve’ taaluitingen corrigeert.
- taaltuiniers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord taaltuinier.
- valt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvallen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvallen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitvallen.
- valt␣uiteen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uiteenvallen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uiteenvallen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uiteenvallen.
Zie deze lijst voor:
|