Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Er zijn 22 woorden bevattend met AUSCapplausconcert applausconcerten applausconcertje applausconcertjes Auschwitz Auschwitzleugen auscultant auscultanten auscultatie auscultaties auscultator auscultatoren auscultators auscultatortje auscultatortjes ausculteer ausculteerde ausculteerden ausculteert ausculteren ausculterend ausculterende 29 definities gevonden- applausconcert — n. Een concert dat in zijn geheel of grotendeels bestaat uit mensen…
- applausconcerten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord applausconcert.
- applausconcertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord applausconcert.
- applausconcertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord applausconcert.
- Auschwitz — eig. (Toponiem) een stad in het Poolse woiwodschap Klein-Polen… — eig. Een nazi-Duits vernietigings- en concentratiekamp bij de…
- Auschwitzleugen — n. Leugen verkondigd door negationistische neonazi’s dat de gaskamers…
- auscultant — n. (Verouderd) toehoorder, auscultator.
- auscultanten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord auscultant.
- auscultatie — n. (Medisch) luisteren naar lichaamsgeruis van bijv. hart of longen.
- auscultaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord auscultatie.
- auscultator — n. Iemand die ausculteert (toeluistert). — n. (Medisch) instrument waarmee men kan ausculteren (b.v. een…
- auscultatoren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord auscultator.
- auscultators — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord auscultator.
- auscultatortje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord auscultator.
- auscultatortjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord auscultator.
- ausculteer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ausculteren. — w. Gebiedende wijs van ausculteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ausculteren.
- ausculteerde — w. Enkelvoud verleden tijd van ausculteren.
- ausculteerden — w. Meervoud verleden tijd van ausculteren.
- ausculteert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ausculteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ausculteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ausculteren.
- ausculteren — w. Overgankelijk (toe)luisteren. — w. Overgankelijk (medisch) luisteren naar de geluiden in het lichaam.
- ausculterend — w. Onvoltooid deelwoord van ausculteren.
- ausculterende — w. Verbogen vorm van ausculterend, het onvoltooid deelwoord van ausculteren.
Zie deze lijst voor:
|