Lijst met woorden van 10 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 19 woorden van tien letters bevattend met AMENTexamentijd examentjes filamenten filamentje lamentabel lamentatie lamenteert lamenteren ligamenten ligamentje medicament namen␣terug ornamenten ornamentje Papiamento Papiaments paramenten paramentje samentrekt 23 definities gevonden- examentijd — n. (Onderwijs) de tijd van het jaar dat vele examens gehouden worden.
- examentjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord examen.
- filamenten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord filament.
- filamentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord filament.
- lamentabel — bijv. Van iets of iemand dat het in een heel treurige staat verkeert. — bijv. Klagend, jammerend.
- lamentatie — n. Jammerklacht.
- lamenteert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lamenteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lamenteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van lamenteren.
- lamenteren — w. Inergatief een jammerklacht aanheffen.
- ligamenten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ligament.
- ligamentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ligament.
- medicament — n. (Medisch) een chemische stof die een bepaalde, gewenste werking…
- namen␣terug — w. Meervoud verleden tijd van terugnemen.
- ornamenten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ornament.
- ornamentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ornament.
- Papiamento — n. (Taal) taal die wordt gesproken op een aantal eilanden in het…
- Papiaments — n. (Taal) een taal die wordt gesproken op een aantal eilanden…
- paramenten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord parament.
- paramentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord parament.
- samentrekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samentrekken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samentrekken.
Zie deze lijst voor:
|