Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Er zijn 25 woorden bevattend met AASKAblaaskaak blaaskaakje blaaskaakjes blaaskaakt blaaskaakte blaaskaakten blaaskaken blaaskakend blaaskapel blaaskapellen blaaskatheter blaaskatheters blaaskathetertje blaaskathetertjes bont␣blaaskaakje geraaskal paaskaars paaskaarsen raaskal raaskalde raaskalden raaskallen raaskallend raaskallende raaskalt 33 definities gevonden- blaaskaak — n. (Pejoratief) iemand die altijd opschept over zichzelf zonder… — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blaaskaken. — w. Gebiedende wijs van blaaskaken.
- blaaskaakje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord blaaskaak.
- blaaskaakjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord blaaskaak.
- blaaskaakt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blaaskaken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blaaskaken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van blaaskaken.
- blaaskaakte — w. Enkelvoud verleden tijd van blaaskaken.
- blaaskaakten — w. Meervoud verleden tijd van blaaskaken.
- blaaskaken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord blaaskaak.
- blaaskakend — w. Onvoltooid deelwoord van blaaskaken.
- blaaskapel — n. Orkest bestaande uit blaasinstrumenten en slagwerk die ook…
- blaaskapellen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord blaaskapel.
- blaaskatheter — n. (Medisch) een handeling, waarbij een flexibele holle slang…
- blaaskatheters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord blaaskatheter.
- blaaskathetertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord blaaskatheter.
- blaaskathetertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord blaaskatheter.
- bont␣blaaskaakje — n. (Tweevleugeligen) Myopa buccata een vliegensoort uit de familie…
- geraaskal — n. Aanhoudend op een luidruchtige manier onzin uitkramen.
- paaskaars — n. (Religie) in de paasnacht voor het eerst ontstoken kaars als…
- paaskaarsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord paaskaars.
- raaskal — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van raaskallen. — w. Gebiedende wijs van raaskallen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van raaskallen.
- raaskalde — w. Enkelvoud verleden tijd van raaskallen.
- raaskalden — w. Meervoud verleden tijd van raaskallen.
- raaskallen — w. Inergatief onzin uitkramen, wartaal spreken.
- raaskallend — w. Onvoltooid deelwoord van raaskallen.
- raaskallende — w. Verbogen vorm van raaskallend, het onvoltooid deelwoord van raaskallen.
- raaskalt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van raaskallen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van raaskallen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van raaskallen.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 2 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 1 woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 3 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|