Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden bevattend met ABDICabdicatie abdicatiebus abdicatiebusje abdicatiebusjes abdicatiebussen abdicatieceremonie abdicatieceremonieën abdicatieceremoniën abdicatieceremonies abdicatieceremonietje abdicatiedag abdicatiedagen abdicatiedagje abdicatiedagjes abdicaties abdicatietje abdicatietjes abdiceer abdiceerde abdiceerden abdiceert abdiceren abdicerend abdicerende 29 definities gevonden- abdicatie — n. Troonsafstand. — n. Het al dan niet vrijwillig afstand doen van iets.
- abdicatiebus — n. Een vervoermiddel (bus) dat gebruikt wordt om gasten van/naar…
- abdicatiebusje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord abdicatiebus.
- abdicatiebusjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord abdicatiebus.
- abdicatiebussen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord abdicatiebus.
- abdicatieceremonie — n. De ceremonie waarin de akte van abdicatie getekend wordt en…
- abdicatieceremonieën — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord abdicatieceremonie.
- abdicatieceremoniën — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord abdicatieceremonie.
- abdicatieceremonies — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord abdicatieceremonie.
- abdicatieceremonietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord abdicatieceremonie.
- abdicatiedag — n. De dag waarop de abdicatie plaatsvindt.
- abdicatiedagen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord abdicatiedag.
- abdicatiedagje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord abdicatiedag.
- abdicatiedagjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord abdicatiedag.
- abdicaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord abdicatie.
- abdicatietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord abdicatie.
- abdicatietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord abdicatie.
- abdiceer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abdiceren. — w. Gebiedende wijs van abdiceren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abdiceren.
- abdiceerde — w. Enkelvoud verleden tijd van abdiceren.
- abdiceerden — w. Meervoud verleden tijd van abdiceren.
- abdiceert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abdiceren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abdiceren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van abdiceren.
- abdiceren — w. Inergatief afstand doen van de troon, aftreden als vorst.
- abdicerend — w. Onvoltooid deelwoord van abdiceren.
- abdicerende — w. Verbogen vorm van abdicerend, het onvoltooid deelwoord van abdiceren.
Zie deze lijst voor:
|