Lijst met woorden bevattend met

  Snelle modus

Klik om een zesde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  5  6  7  8  9  10  11  12  13  14

Er zijn 19 woorden bevattend met AFWIS

afwis  afwisbaar  afwissel  afwisselde  afwisselden  afwisselen  afwisselend  afwisselende  afwisseling  afwisselingen  afwisselinkje  afwisselinkjes  afwisselt  afwissen  afwissend  afwissende  afwist  afwiste  afwisten

26 definities gevonden

• afwis — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwissen.
• afwisbaar — bijv. Van een oppervlakte dat je het kunt schoonmaken.
• afwissel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwisselen.
• afwisselde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afwisselen.
• afwisselden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afwisselen.
• afwisselen — w. Inergatief om en om plaatsvinden. — w. Overgankelijk twee of meer zaken om en om laten plaatsvinden.
• afwisselend — bijv. Elkaar vervangend, nu eens hier dan dan weer daar. — bijw. Op afwisselende wijze. — w. Onvoltooid deelwoord van afwisselen.
• afwisselende — w. Verbogen vorm van afwisselend, het onvoltooid deelwoord van afwisselen.
• afwisseling — n. Variatie.
• afwisselingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord afwisseling.
• afwisselinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord afwisseling.
• afwisselinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord afwisseling.
• afwisselt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwisselen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwisselen.
• afwissen — w. Overgankelijk met een vegende beweging verwijderen of schoonmaken.
• afwissend — w. Onvoltooid deelwoord van afwissen.
• afwissende — w. Verbogen vorm van afwissend, het onvoltooid deelwoord van afwissen.
• afwist — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afweten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwissen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwissen.
• afwiste — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afwissen.
• afwisten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afweten. — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afwissen.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 2 woorden
• Frans WikiWoordenboek: geen woord
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: geen woord
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.