|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 10 11 12 13 14
Er zijn 25 woorden bevattend met AISONassaisoneer assaisoneerde assaisoneerden assaisoneert assaisoneren assaisonerend assaisonerende demi-saison demi-saisons liaison liaisons maisonnetje maisonnetjes maisonnette maisonnettes raisonnabel raisonneer raisonneerde raisonneerden raisonneert raisonneren raisonnerend raisonnerende raisonneur raisonneurs 35 definities gevonden- assaisoneer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assaisoneren. — w. Gebiedende wijs van assaisoneren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assaisoneren.
- assaisoneerde — w. Enkelvoud verleden tijd van assaisoneren.
- assaisoneerden — w. Meervoud verleden tijd van assaisoneren.
- assaisoneert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assaisoneren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assaisoneren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van assaisoneren.
- assaisoneren — w. (Kookkunst) op smaak brengen met seizoensgebonden producten en kruiden.
- assaisonerend — w. Onvoltooid deelwoord van assaisoneren.
- assaisonerende — w. Verbogen vorm van assaisonerend, het onvoltooid deelwoord van assaisoneren.
- demi-saison — n. (Kleding) mantel voor voorjaar en najaar.
- demi-saisons — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord demi-saison.
- liaison — n. Buitenechtelijke relatie. — n. Vriendschappelijke betrekking. — n. (Handel) relatie tussen partijen die vaker met elkaar zaken doen.
- liaisons — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord liaison.
- maisonnetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord maisonnette.
- maisonnetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord maisonnette.
- maisonnette — n. (Bouwkunde) een woning in een groter gebouw, zoals een flat…
- maisonnettes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord maisonnette.
- raisonnabel — bijv. Redelijk, billijk, gematigd.
- raisonneer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van raisonneren. — w. Gebiedende wijs van raisonneren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van raisonneren.
- raisonneerde — w. Enkelvoud verleden tijd van raisonneren.
- raisonneerden — w. Meervoud verleden tijd van raisonneren.
- raisonneert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van raisonneren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van raisonneren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van raisonneren.
- raisonneren — w. Inergatief redeneren.
- raisonnerend — w. Onvoltooid deelwoord van raisonneren.
- raisonnerende — w. Verbogen vorm van raisonnerend, het onvoltooid deelwoord van raisonneren.
- raisonneur — n. Iemand die raisonneert (doorgedreven redeneert), een haarklover…
- raisonneurs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord raisonneur.
Zie deze lijst voor:
| |