Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 16
Er zijn 18 woorden bevattend met ARREEbarreer barreerde barreerden barreert demarreer demarreerde demarreerden demarreert diarree diarreeaanval diarreeaanvallen diarreetje diarreetjes reizigersdiarree tarreer tarreerde tarreerden tarreert 30 definities gevonden- barreer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van barreren. — w. Gebiedende wijs van barreren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van barreren.
- barreerde — w. Enkelvoud verleden tijd van barreren.
- barreerden — w. Meervoud verleden tijd van barreren.
- barreert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van barreren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van barreren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van barreren.
- demarreer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demarreren. — w. Gebiedende wijs van demarreren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demarreren.
- demarreerde — w. Enkelvoud verleden tijd van demarreren.
- demarreerden — w. Meervoud verleden tijd van demarreren.
- demarreert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demarreren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demarreren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van demarreren.
- diarree — n. (Medisch) een darmstoornis die dunne ontlasting veroorzaakt.
- diarreeaanval — n. Plotseling opkomende, heftige diarree.
- diarreeaanvallen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord diarreeaanval.
- diarreetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord diarree.
- diarreetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord diarree.
- reizigersdiarree — n. (Medisch) aandoening van mensen die op vakantie zijn, die gekenmerkt…
- tarreer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tarreren. — w. Gebiedende wijs van tarreren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tarreren.
- tarreerde — w. Enkelvoud verleden tijd van tarreren.
- tarreerden — w. Meervoud verleden tijd van tarreren.
- tarreert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tarreren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tarreren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tarreren.
Zie deze lijst voor:
|