Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 14 15 17 18
Er zijn 19 woorden bevattend met AANBLIaanblies aanbliezen aanblijf aanblijfpremie aanblijfpremies aanblijfpremietje aanblijfpremietjes aanblijft aanblijven aanblijvend aanblijvende aanblik aanblikken aanblikkend aanblikkende aanblikt aanblikte aanblikten maanblind 25 definities gevonden- aanblies — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanblazen.
- aanbliezen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aanblazen.
- aanblijf — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanblijven.
- aanblijfpremie — n. (Bedrijf) beloning voor een functionaris als die geen ontslag neemt.
- aanblijfpremies — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanblijfpremie.
- aanblijfpremietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanblijfpremie.
- aanblijfpremietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord aanblijfpremie.
- aanblijft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanblijven. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanblijven.
- aanblijven — w. Ergatief in dezelfde functie blijven. — w. Ergatief blijven branden.
- aanblijvend — w. Onvoltooid deelwoord van aanblijven.
- aanblijvende — w. Verbogen vorm van aanblijvend, het onvoltooid deelwoord van aanblijven.
- aanblik — n. De blik van iemand. — n. Het zien van iets. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanblikken.
- aanblikken — w. Overgankelijk aankijken, aanstaren. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanblik.
- aanblikkend — w. Onvoltooid deelwoord van aanblikken.
- aanblikkende — w. Verbogen vorm van aanblikkend, het onvoltooid deelwoord van aanblikken.
- aanblikt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanblikken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanblikken.
- aanblikte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanblikken.
- aanblikten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aanblikken.
- maanblind — bijv. (Paardrijden) lijdend aan een periodiek terugkerende ooginfectie.
|