Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden bevattend met

Snelle modus

Klik om een zevende letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat678910111213


Er zijn 20 woorden bevattend met AANWEN

aanwenaanwendaanwendbaaraanwenddeaanwenddenaanwendeaanwendenaanwendendaanwendendeaanwendingaanwendingenaanwendtaanwennenaanwennendaanwennendeaanwenselaanwenselsaanwenseltjeaanwenseltjesaanwent

24 definities gevonden

  • aanwen — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanwennen.
  • aanwend — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanwenden.
  • aanwendbaar — bijv. Bruikbaar, te gebruiken.
  • aanwendde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanwenden.
  • aanwendden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aanwenden.
  • aanwende — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van aanwenden. — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanwennen.
  • aanwenden — w. Overgankelijk gebruikmaken van. — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aanwennen.
  • aanwendend — w. Onvoltooid deelwoord van aanwenden.
  • aanwendende — w. Verbogen vorm van aanwendend, het onvoltooid deelwoord van aanwenden.
  • aanwending — n. Het iets ergens voor gebruiken.
  • aanwendingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanwending.
  • aanwendt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanwenden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanwenden.
  • aanwennen — w. Wederkerend zich ~: zich tot een gewoonte maken.
  • aanwennend — w. Onvoltooid deelwoord van aanwennen.
  • aanwennende — w. Verbogen vorm van aanwennend, het onvoltooid deelwoord van aanwennen.
  • aanwensel — n. Hebbelijkheid.
  • aanwensels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanwensel.
  • aanwenseltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanwensel.
  • aanwenseltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord aanwensel.
  • aanwent — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanwennen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanwennen.
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven


Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.