Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10
Er zijn 9 woorden bevattend met AKTUITbakt␣uit braakt␣uit hakt␣uit kakt␣uit maakt␣uit pakt␣uit spraakt␣uit vlakt␣uit zakt␣uit 25 definities gevonden- bakt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbakken.
- braakt␣uit — w. Gij-vorm verleden tijd van uitbreken. — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbraken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbraken.
- hakt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uithakken.
- kakt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitkakken.
- maakt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmaken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmaken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitmaken.
- pakt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitpakken.
- spraakt␣uit — w. Gij-vorm verleden tijd van uitspreken.
- vlakt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvlakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvlakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitvlakken.
- zakt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzakken.
|