Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 16 17
Er zijn 22 woorden bevattend met AMENKLsamenklit —— examenklas samenklank samenklink samenklonk —— kwamen␣klaar samenklinkt samenklitte —— examenklasje samenklanken samenklinken samenklitten samenklonken —— examenklasjes examenklassen samenklinkend samenklittend —— eindexamenklas samenklinkende —— eindexamenklasje —— eindexamenklasjes eindexamenklassen 27 definities gevonden- samenklit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenklitten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenklitten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenklitten.
- examenklas — n. (Onderwijs) een klas leerlingen op een middelbare school die…
- samenklank — n. (Muziek) harmonie. — n. Het gelijktijdig klinken van twee of meer klanken.
- samenklink — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenklinken.
- samenklonk — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van samenklinken.
- kwamen␣klaar — w. Meervoud verleden tijd van klaarkomen.
- samenklinkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenklinken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenklinken.
- samenklitte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van samenklitten.
- examenklasje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord examenklas.
- samenklanken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord samenklank.
- samenklinken — w. (Muziek) onovergankelijk harmoniëren. — w. (Werktuigbouwkunde) overgankelijk door klinken aan elkaar hechten.
- samenklitten — w. Dicht bijelkaar blijven als een groep die niet uit elkaar gehaald kan worden.
- samenklonken — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van samenklinken.
- examenklasjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord examenklas.
- examenklassen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord examenklas.
- samenklinkend — w. Onvoltooid deelwoord van samenklinken.
- samenklittend — w. Onvoltooid deelwoord van samenklitten.
- eindexamenklas — n. (Onderwijs) groep van leerlingen die in dit schooljaar eindexamen…
- samenklinkende — w. Verbogen vorm van samenklinkend, het onvoltooid deelwoord van samenklinken.
- eindexamenklasje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord eindexamenklas.
- eindexamenklasjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord eindexamenklas.
- eindexamenklassen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord eindexamenklas.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: geen woord
- Frans WikiWoordenboek: geen woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 2 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|