Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Er zijn 25 woorden bevattend met ANPLAKaanplak —— aanplakt —— aanplakte —— aanplakken aanplakker aanplakten —— aanplakbord aanplakkend aanplakkers aanplakking aanplakzuil —— aanplakbrief aanplakkende —— aanplakbiljet aanplakborden aanplakbordje aanplakkingen aanplakzuilen —— aanplakbordjes aanplakbrieven aanplakzuiltje —— aanplakbiljetje aanplakzuiltjes —— aanplakbiljetjes aanplakbiljetten 28 definities gevonden- aanplak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanplakken.
- aanplakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanplakken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanplakken.
- aanplakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanplakken.
- aanplakken — w. Overgankelijk aan iets vastplakken. — w. Overgankelijk met aanplakbiljetten meedelen.
- aanplakker — n. Iemand die aanplakbiljetten plakt.
- aanplakten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aanplakken.
- aanplakbord — n. Een bord in de openbare ruimte waarmee iemand, vaak een overheid…
- aanplakkend — w. Onvoltooid deelwoord van aanplakken.
- aanplakkers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanplakker.
- aanplakking — n. De keer dat men een affiche of reclamebiljet ergens aanplakt. — n. Iets dat ergens aan is vastgekoekt.
- aanplakzuil — n. Cilindervormig gebouw waarop men cultureel tetinte affiches…
- aanplakbrief — n. Schrijven dat men in de openbare ruimte voor iedereen zichtbaar aanplakt.
- aanplakkende — w. Verbogen vorm van aanplakkend, het onvoltooid deelwoord van aanplakken.
- aanplakbiljet — n. Affiche.
- aanplakborden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanplakbord.
- aanplakbordje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanplakbord.
- aanplakkingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanplakking.
- aanplakzuilen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanplakzuil.
- aanplakbordjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord aanplakbord.
- aanplakbrieven — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanplakbrief.
- aanplakzuiltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanplakzuil.
- aanplakbiljetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanplakbiljet.
- aanplakzuiltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord aanplakzuil.
- aanplakbiljetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord aanplakbiljet.
- aanplakbiljetten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanplakbiljet.
|