|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 9 10 11 12 13
Er zijn 16 woorden bevattend met ANTICImantici —— romantici —— anticipeer —— anticipatie anticipeert anticiperen infanticide —— anticipatief anticipaties anticipeerde anticiperend atlanticisme infanticiden infanticides —— anticipeerden anticiperende 24 definities gevonden- mantici — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord manticus.
- romantici — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord romanticus.
- anticipeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van anticiperen. — w. Gebiedende wijs van anticiperen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van anticiperen.
- anticipatie — n. (Algemeen) het vooruitlopen op iets. — n. (Juridisch) het vervroegen van de rechtszitting. — n. (Financieel) beschikking over pas later inbare of vervallende bedragen.
- anticipeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van anticiperen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van anticiperen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van anticiperen.
- anticiperen — w. Inergatief vanuit een bepaalde verwachting handelen, vooruit… — w. Overgankelijk voor iets anders plaatshebben. — w. Overgankelijk (juridisch) het recht van anticipatie uitoefenen…
- infanticide — n. Het doden van pasgeboren kinderen, babymoord.
- anticipatief — bijv. Vooruitlopend op.
- anticipaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord anticipatie.
- anticipeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van anticiperen.
- anticiperend — w. Onvoltooid deelwoord van anticiperen.
- atlanticisme — n. (Politiek) (militair) het streven naar een hechte samenwerking…
- infanticiden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord infanticide.
- infanticides — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord infanticide.
- anticipeerden — w. Meervoud verleden tijd van anticiperen.
- anticiperende — w. Verbogen vorm van anticiperend, het onvoltooid deelwoord van anticiperen.
Zie deze lijst voor:
| |