Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Er zijn 23 woorden bevattend met ANBRENGaanbreng aanbrengen aanbrengend aanbrengende aanbrenger aanbrengers aanbrengertje aanbrengertjes aanbrenging aanbrengingen aanbrenginkje aanbrenginkjes aanbrengpremie aanbrengpremies aanbrengpremietje aanbrengpremietjes aanbrengst aanbrengsten aanbrengster aanbrengsters aanbrengstertje aanbrengstertjes aanbrengt 28 definities gevonden- aanbreng — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbrengen.
- aanbrengen — w. Overgankelijk brengen naar. — w. Toevoegen, invoegen. — w. Werven.
- aanbrengend — w. Onvoltooid deelwoord van aanbrengen.
- aanbrengende — w. Verbogen vorm van aanbrengend, het onvoltooid deelwoord van aanbrengen.
- aanbrenger — n. (Beroep) iemand die iets of iemand werft. — n. (Persoon) iemand die iemand aangeeft bij de politie.
- aanbrengers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanbrenger.
- aanbrengertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanbrenger.
- aanbrengertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord aanbrenger.
- aanbrenging — n. De daad van het aanbrengen.
- aanbrengingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanbrenging.
- aanbrenginkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanbrenging.
- aanbrenginkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord aanbrenging.
- aanbrengpremie — n. (Economie) een beloning voor het aanwerven.
- aanbrengpremies — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanbrengpremie.
- aanbrengpremietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanbrengpremie.
- aanbrengpremietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord aanbrengpremie.
- aanbrengst — n. Het aanbrengen. — n. Het aangebrachte.
- aanbrengsten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanbrengst.
- aanbrengster — n. (Beroep) een vrouwelijke aanbrenger.
- aanbrengsters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanbrengster.
- aanbrengstertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanbrengster.
- aanbrengstertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord aanbrengster.
- aanbrengt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbrengen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbrengen.
|