|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 17 18
Er zijn 20 woorden bevattend met ATIONEEcollationeer collationeerblokje collationeerde collationeerden collationeert collocationeel computationeel informationeel irrationeel operationeel ovationeel rationeel relationeel sensationeel situationeel stationeer stationeerde stationeerden stationeert transformationeel 31 definities gevonden- collationeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van collationeren. — w. Gebiedende wijs van collationeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van collationeren.
- collationeerblokje — n. Zwart, meegedrukt, blokje op de rug van het gevouwen katern…
- collationeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van collationeren.
- collationeerden — w. Meervoud verleden tijd van collationeren.
- collationeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van collationeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van collationeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van collationeren.
- collocationeel — bijv. (Taalkunde) ondergebracht in en geordend volgens een bepaald systeem.
- computationeel — bijw. Met behulp van een computer.
- informationeel — bijv. Betrekking hebbend op informatie.
- irrationeel — bijv. Niet volgens logisch nadenken, zonder het gebruik van je… — bijv. Van getallen dat ze niet op te schrijven zijn als een breuk…
- operationeel — bijv. Betrekking hebbend op de keuzemogelijkheden van het laagste… — bijv. Betrekking hebbend op een krijgsoperatie. — bijv. Gereed voor gebruik, met name op het slagveld.
- ovationeel — bijv. Betrekking hebbend op een ovatie.
- rationeel — bijv. Op redelijk overwegingen gebaseerd.
- relationeel — bijv. Met betrekking tot een relatie.
- sensationeel — bijv. Sensatie wekkend.
- situationeel — bijv. Een situatie betreffend.
- stationeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stationeren. — w. Gebiedende wijs van stationeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stationeren.
- stationeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van stationeren.
- stationeerden — w. Meervoud verleden tijd van stationeren.
- stationeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stationeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stationeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van stationeren.
- transformationeel — bijv. Betrekking hebbend op of geschiedend door transformatie.
| |