Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een negende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14
Er zijn 8 woorden bevattend met ACCINEERrevaccineer revaccineerde revaccineerden revaccineert vaccineer vaccineerde vaccineerden vaccineert 16 definities gevonden- revaccineer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van revaccineren. — w. Gebiedende wijs van revaccineren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van revaccineren.
- revaccineerde — w. Enkelvoud verleden tijd van revaccineren.
- revaccineerden — w. Meervoud verleden tijd van revaccineren.
- revaccineert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van revaccineren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van revaccineren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van revaccineren.
- vaccineer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vaccineren. — w. Gebiedende wijs van vaccineren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vaccineren.
- vaccineerde — w. Enkelvoud verleden tijd van vaccineren.
- vaccineerden — w. Meervoud verleden tijd van vaccineren.
- vaccineert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vaccineren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vaccineren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vaccineren.
|