|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vierde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden van zeven letters bevattend met BEPbepaald bepaalt bepakte bepalen beparel bepeins bepekte beperkt bepijlt bepiste beplaat beplakt beplant bepleit beploeg bepotel beppend bepraat bepreek beproef bepruik 48 definities gevonden- bepaald — bijv. Nauwkeurig vastgesteld, nauwkeurig omschreven, afgesproken. — bijv. Niet nader aan te duiden. — bijv. Stellig.
- bepaalt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bepalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bepalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bepalen.
- bepakte — w. Enkelvoud verleden tijd van bepakken.
- bepalen — w. Overgankelijk met palen afzetten. — w. Overgankelijk vaststellen, voorschrijven, regelen. — w. Overgankelijk beslissend beïnvloeden.
- beparel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beparelen. — w. Gebiedende wijs van beparelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beparelen.
- bepeins — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bepeinzen. — w. Gebiedende wijs van bepeinzen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bepeinzen.
- bepekte — w. Enkelvoud verleden tijd van bepekken.
- beperkt — bijv. Verminderd, met specifieke grenzen. — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beperken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beperken.
- bepijlt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bepijlen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bepijlen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bepijlen.
- bepiste — w. Enkelvoud verleden tijd van bepissen.
- beplaat — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van beplaten#gebiedende wijs van beplaten.
- beplakt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beplakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beplakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beplakken.
- beplant — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van beplanten#gebiedende wijs van beplanten.
- bepleit — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van bepleiten#gebiedende wijs van bepleiten. — bijv. Van iets of iemand dat er vurige voorstanders van zijn.
- beploeg — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beploegen. — w. Gebiedende wijs van beploegen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beploegen.
- bepotel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bepotelen. — w. Gebiedende wijs van bepotelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bepotelen.
- beppend — w. Onvoltooid deelwoord van beppen.
- bepraat — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van bepraten#gebiedende wijs van bepraten.
- bepreek — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bepreken. — w. Gebiedende wijs van bepreken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bepreken.
- beproef — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beproeven. — w. Gebiedende wijs van beproeven. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beproeven.
- bepruik — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bepruiken. — w. Gebiedende wijs van bepruiken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bepruiken.
Zie deze lijst voor:
| |