|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 19 woorden van zeven letters bevattend met BEENaanbeen afbeent been␣aan beencel beenden beenham beenkam beenkap beenpit beent␣af beentje been␣uit beenvis carbeen dijbeen ijsbeen jukbeen uitbeen verbeen 31 definities gevonden- aanbeen — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbenen.
- afbeent — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbenen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbenen.
- been␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbenen. — w. Gebiedende wijs van aanbenen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbenen.
- beencel — n. (Biologie) de meest voorkomende cel in botweefsel.
- beenden — w. Meervoud verleden tijd van benen.
- beenham — n. Ham die bereid is met het vlees nog aan het bot.
- beenkam — n. (Anatomie) lokale langwerpige verdikking van een bot.
- beenkap — n. Stevige, beschermende bekleding van (de voorzijde van) het onderbeen.
- beenpit — n. (Anatomie) de benige kern van een hoorn van herkauwers.
- beent␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afbenen.
- beentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord been.
- been␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbenen. — w. Gebiedende wijs van uitbenen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbenen.
- beenvis — n. Teleostei infraklasse vissen met been in hun skelet (bevat…
- carbeen — n. (Scheikunde) een kort-levend en zeer reactief organisch molecuul…
- dijbeen — n. (Anatomie) been (bot) in de dij. — n. (Anatomie) deel van het been (onderste extremiteit).
- ijsbeen — n. (Anatomie) heupbeen, darmbeen, zitbeen, schaambeen. — n. (Voeding) varkensham. — n. Een koud been.
- jukbeen — n. (Anatomie) één van de beenderen van de schedel (os zygomaticum).
- uitbeen — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbenen.
- verbeen — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbenen. — w. Gebiedende wijs van verbenen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbenen.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 10 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 18 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: 9 woorden
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 8 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |