|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden van zeven letters bevattend met BOERaalboer beboert bioboer boeboer boerden boerend boerka's boerten boertig boertje botboer ecoboer gasboer heiboer ijsboer koeboer lesboer tamboer tsiboer veeboer verboer visboer wolboer zetboer 32 definities gevonden- aalboer — n. (Beroep) iemand de alen verkoopt, palingboer.
- beboert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beboeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beboeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beboeren.
- bioboer — n. (Landbouw) (beroep) boer met een biologisch bedrijf.
- boeboer — n. (Voeding) pap.
- boerden — w. Meervoud verleden tijd van boeren.
- boerend — w. Onvoltooid deelwoord van boeren.
- boerka's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord boerka.
- boerten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord boert.
- boertig — bijv. Grappig op een weinig beschaafde manier.
- boertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boer. — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boert.
- botboer — n. (Handel) uitventer van bot (vis).
- ecoboer — n. (Landbouw) (beroep) boer die ecologisch zou moeten produceren.
- gasboer — n. Iemand die gas verkoopt of verhandelt.
- heiboer — n. (Beroep) boer die een kleine boerderij heeft op arme grond. — n. (Pejoratief) domkop, sukkel.
- ijsboer — n. (Beroep) verkoper van consumptieijs.
- koeboer — n. (Beroep) veehouder die koeien houdt.
- lesboer — n. (Pejoratief) (onderwijs) docent of leraar die met te weinig…
- tamboer — n. Trommelslager die de maat aangeeft bij het marcheren van soldaten. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tamboeren. — w. Gebiedende wijs van tamboeren.
- tsiboer — n. (Jiddisch-Hebreeuws) publiek, gemeenschap.
- veeboer — n. (Veeteelt) (beroep) boer die zich vooral met het fokken van vee bezig houdt.
- verboer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verboeren. — w. Gebiedende wijs van verboeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verboeren.
- visboer — n. (Beroep) een handelaar die gespecialiseerd is in de verkoop van vis.
- wolboer — n. Schapenhouder die de schapen voor de wol houdt.
- zetboer — n. (Beroep) iemand die voor de eigenlijke eigenaar een boerderij…
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 8 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 3 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 1 woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |