|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van negen letters bevattend met BLEEassemblee Assemblee bleef␣dood bleef␣open bleef␣over bleeft␣aan bleef␣voor Bleeke␣Kil bleekgeel bleekheid bleekneus bleekrood bleekte␣op bleeslaag cibleerde doodbleef doubleert lijkbleek opbleekte openbleef overbleef troebleer vaalbleek verbleekt voorbleef 33 definities gevonden- assemblee — n. Vergadering in het bijzonder.
- Assemblee — n. (Politiek) vergadering van afgevaardigden; algemene vergadering.
- bleef␣dood — w. Enkelvoud verleden tijd van doodblijven.
- bleef␣open — w. Enkelvoud verleden tijd van openblijven.
- bleef␣over — w. Enkelvoud verleden tijd van overblijven.
- bleeft␣aan — w. Gij-vorm verleden tijd van aanblijven.
- bleef␣voor — w. Enkelvoud verleden tijd van voorblijven.
- Bleeke␣Kil — eig. (Toponiem: rivier) kreek ten zuiden van Werkendam (Noord-Brabant).
- bleekgeel — bijv. Een lichte gele kleur.
- bleekheid — n. Het witter, minder donkergekleurd zijn dan normaal, vaak als…
- bleekneus — n. Iemand (vooral van een kind) die er bleek en zwak uitziet. — n. (Pejoratief) een blanke.
- bleekrood — n. (RAL-kleur) een kleur rood met RAL-nummer 3017. — bijv. (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur rood, met RAL-nummer 3017.
- bleekte␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opbleken.
- bleeslaag — n. (Waterbeheer) oeverbeschermingsconstructie van dun rijswerk…
- cibleerde — w. Enkelvoud verleden tijd van cibleren.
- doodbleef — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doodblijven.
- doubleert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doubleren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doubleren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doubleren.
- lijkbleek — bijv. Heel erg bleek, vaak doordat iemand heel erg geschrokken is.
- opbleekte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opbleken.
- openbleef — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van openblijven.
- overbleef — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van overblijven.
- troebleer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van troebleren. — w. Gebiedende wijs van troebleren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van troebleren.
- vaalbleek — bijv. Door het vervagen van de kleur wit geworden.
- verbleekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbleken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbleken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verbleken.
- voorbleef — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voorblijven.
Zie deze lijst voor:
| |