|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 25 woorden bevattend met BAUWbauw bauwde bauwden bauwde␣na bauwden␣na bauwen bauwend bauwende bauwen␣na bauw␣na bauwt bauwt␣na bietebauw bietebauwen bietebauwtje bietebauwtjes nabauw nabauwde nabauwden nabauwen nabauwend nabauwende nabauwt rabauw rabauwen 36 definities gevonden- bauw — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bauwen. — w. Gebiedende wijs van bauwen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bauwen.
- bauwde — w. Enkelvoud verleden tijd van bauwen.
- bauwden — w. Meervoud verleden tijd van bauwen.
- bauwde␣na — w. Enkelvoud verleden tijd van nabauwen.
- bauwden␣na — w. Meervoud verleden tijd van nabauwen.
- bauwen — w. Een blaffend geluid maken (gewoonlijk van personen).
- bauwend — w. Onvoltooid deelwoord van bauwen.
- bauwende — w. Verbogen vorm van bauwend, het onvoltooid deelwoord van bauwen.
- bauwen␣na — w. Meervoud tegenwoordige tijd van nabauwen.
- bauw␣na — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabauwen. — w. Gebiedende wijs van nabauwen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabauwen.
- bauwt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bauwen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bauwen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bauwen.
- bauwt␣na — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabauwen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabauwen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van nabauwen.
- bietebauw — n. Een spookverschijning. — n. Een lomp, bars persoon, in het bijzonder een man.
- bietebauwen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bietebauw.
- bietebauwtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bietebauw.
- bietebauwtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bietebauw.
- nabauw — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabauwen.
- nabauwde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van nabauwen.
- nabauwden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van nabauwen.
- nabauwen — w. (Spottend) iemand napraten.
- nabauwend — w. Onvoltooid deelwoord van nabauwen.
- nabauwende — w. Verbogen vorm van nabauwend, het onvoltooid deelwoord van nabauwen.
- nabauwt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabauwen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabauwen.
- rabauw — n. Ruw persoon van het minste allooi. — n. Soort appel.
- rabauwen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord rabauw.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: geen woord
- Frans WikiWoordenboek: 2 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 50 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |