Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden bevattend met BDICabdiceer —— abdicatie abdiceert abdiceren slib␣dicht —— abdicaties abdiceerde abdicerend —— abdiceerden abdicerende —— abdicatiebus abdicatiedag abdicatietje —— abdicatietjes —— abdicatiebusje abdicatiedagen abdicatiedagje —— abdicatiebusjes abdicatiebussen abdicatiedagjes —— abdicatieceremonie —— abdicatieceremoniën abdicatieceremonies —— abdicatieceremonieën —— abdicatieceremonietje 32 definities gevonden- abdiceer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abdiceren. — w. Gebiedende wijs van abdiceren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abdiceren.
- abdicatie — n. Troonsafstand. — n. Het al dan niet vrijwillig afstand doen van iets.
- abdiceert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abdiceren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abdiceren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van abdiceren.
- abdiceren — w. Inergatief afstand doen van de troon, aftreden als vorst.
- slib␣dicht — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtslibben. — w. Gebiedende wijs van dichtslibben. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtslibben.
- abdicaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord abdicatie.
- abdiceerde — w. Enkelvoud verleden tijd van abdiceren.
- abdicerend — w. Onvoltooid deelwoord van abdiceren.
- abdiceerden — w. Meervoud verleden tijd van abdiceren.
- abdicerende — w. Verbogen vorm van abdicerend, het onvoltooid deelwoord van abdiceren.
- abdicatiebus — n. Een vervoermiddel (bus) dat gebruikt wordt om gasten van/naar…
- abdicatiedag — n. De dag waarop de abdicatie plaatsvindt.
- abdicatietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord abdicatie.
- abdicatietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord abdicatie.
- abdicatiebusje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord abdicatiebus.
- abdicatiedagen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord abdicatiedag.
- abdicatiedagje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord abdicatiedag.
- abdicatiebusjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord abdicatiebus.
- abdicatiebussen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord abdicatiebus.
- abdicatiedagjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord abdicatiedag.
- abdicatieceremonie — n. De ceremonie waarin de akte van abdicatie getekend wordt en…
- abdicatieceremoniën — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord abdicatieceremonie.
- abdicatieceremonies — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord abdicatieceremonie.
- abdicatieceremonieën — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord abdicatieceremonie.
- abdicatieceremonietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord abdicatieceremonie.
Zie deze lijst voor:
|