Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 9 10 11 12 13 14 15 17
Er zijn 22 woorden bevattend met BIJRbijrijder bijrijders bijrijdersstoel bijrijdersstoelen bijrijdertje bijrijdertjes bijrivier bijrivieren bijriviertje bijriviertjes bijrol bijrollen bijrolletje bijrolletjes voorbijreden voorbijreed voorbijrij voorbijrijd voorbijrijden voorbijrijdend voorbijrijdende voorbijrijdt 24 definities gevonden- bijrijder — n. (Beroep) iemand die voorin de auto zit naast de chauffeur en…
- bijrijders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bijrijder.
- bijrijdersstoel — n. De autostoel rechtsvoor, naast de bestuurder van een auto.
- bijrijdersstoelen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bijrijdersstoel.
- bijrijdertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bijrijder.
- bijrijdertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bijrijder.
- bijrivier — n. (Aardrijkskunde) rivier die in een andere, grotere rivier uitmondt.
- bijrivieren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bijrivier.
- bijriviertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bijrivier.
- bijriviertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bijrivier.
- bijrol — n. Een kleinere en minder belangrijke taak hebben. — n. Een kleinere en minder belangrijke rol hebben in een toneelstuk of film.
- bijrollen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bijrol.
- bijrolletje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bijrol.
- bijrolletjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bijrol.
- voorbijreden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van voorbijrijden.
- voorbijreed — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voorbijrijden.
- voorbijrij — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- voorbijrijd — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- voorbijrijden — w. Onovergankelijk rijdend voorbijgaan.
- voorbijrijdend — w. Onvoltooid deelwoord van voorbijrijden.
- voorbijrijdende — w. Verbogen vorm van voorbijrijdend, het onvoltooid deelwoord van voorbijrijden.
- voorbijrijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijrijden.
|