|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 16 woorden van negen letters bevattend met BLOEIbloeide␣na bloeide␣op bloeiende bloeien␣na bloeien␣op bloeikolf bloei␣open bloeitijd bloeit␣uit nabloeide nabloeien nabloeier opbloeide opbloeien openbloei uitbloeit 23 definities gevonden- bloeide␣na — w. Enkelvoud verleden tijd van nabloeien.
- bloeide␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opbloeien.
- bloeiende — w. Verbogen vorm van bloeiend, het onvoltooid deelwoord van bloeien.
- bloeien␣na — w. Meervoud tegenwoordige tijd van nabloeien.
- bloeien␣op — w. Meervoud tegenwoordige tijd van opbloeien.
- bloeikolf — n. (Beschrijvende plantkunde) middelpuntzoekende, enkelvoudige…
- bloei␣open — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openbloeien. — w. Gebiedende wijs van openbloeien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openbloeien.
- bloeitijd — n. De periode van het jaar dat er bloemen aan een plant bloeien. — n. De hoogtij van iets.
- bloeit␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbloeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbloeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbloeien.
- nabloeide — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van nabloeien.
- nabloeien — w. Opleving nadat de eigenlijke bloeiperiode al voorbij is. — w. (Figuurlijk) opleving nadat de eigenlijke bloeiperiode al voorbij is.
- nabloeier — n. Kunstenaar die werken maakt in een stijl die al op zijn retour is.
- opbloeide — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opbloeien.
- opbloeien — w. Ergatief tot bloei komen, wel gaan varen.
- openbloei — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openbloeien.
- uitbloeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbloeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbloeien.
| |