|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12
Er zijn 22 woorden bevattend met BESPEbespeel bespeur —— bespeelt bespelen bespeler bespeurt —— bespeelde bespelend bespelers bespeling bespeurde bespeuren —— bespeelden bespelende bespeurden bespeurend —— bespeekseld bespeelbaar bespelingen bespeurbaar bespeurende —— voorbespeeld 32 definities gevonden- bespeel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bespelen. — w. Gebiedende wijs van bespelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bespelen.
- bespeur — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bespeuren. — w. Gebiedende wijs van bespeuren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bespeuren.
- bespeelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bespelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bespelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bespelen.
- bespelen — w. Overgankelijk muziek maken op een muziekinstrument. — w. Overgankelijk iemand tot iets aanzetten, invloed hebben op.
- bespeler — n. Iets of iemand die gebruik maakt van een (sport)faciliteit. — n. Iemand die een muziekinstrument gebruikt om er muziek mee te maken.
- bespeurt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bespeuren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bespeuren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bespeuren.
- bespeelde — w. Enkelvoud verleden tijd van bespelen.
- bespelend — w. Onvoltooid deelwoord van bespelen.
- bespelers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bespeler.
- bespeling — n. Het gebruikmaken van een sport faciliteit.
- bespeurde — w. Enkelvoud verleden tijd van bespeuren.
- bespeuren — w. Overgankelijk met aanzienlijke moeite waarnemen, bemerken.
- bespeelden — w. Meervoud verleden tijd van bespelen.
- bespelende — w. Verbogen vorm van bespelend, het onvoltooid deelwoord van bespelen.
- bespeurden — w. Meervoud verleden tijd van bespeuren.
- bespeurend — w. Onvoltooid deelwoord van bespeuren.
- bespeekseld — bijv. Iets waarop speeksel aanwezig is.
- bespeelbaar — bijv. Dat het geschikt is voor sporten.
- bespelingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bespeling.
- bespeurbaar — bijv. Dat het te vinden is na (lang) zoeken.
- bespeurende — w. Verbogen vorm van bespeurend, het onvoltooid deelwoord van bespeuren.
- voorbespeeld — bijv. Van een magnetische beeld- of muziekdrager dat er al beeld…
Zie deze lijst voor:
| |