|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 13 14
Er zijn 24 woorden bevattend met BIETSafbiets afbietsen afbietsend afbietst afbietste afbietsten biets biets␣af bietsen bietsen␣af bietsend bietsende bietser bietsers bietst bietst␣af bietste bietste␣af bietsten bietsten␣af bietsuiker bietsuikers bietsuikertje bietsuikertjes 35 definities gevonden- afbiets — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbietsen.
- afbietsen — w. Op een opdringende wijze iets vragen aan iemand anders.
- afbietsend — w. Onvoltooid deelwoord van afbietsen.
- afbietst — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbietsen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbietsen.
- afbietste — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afbietsen.
- afbietsten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afbietsen.
- biets — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bietsen. — w. Gebiedende wijs van bietsen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bietsen.
- biets␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbietsen. — w. Gebiedende wijs van afbietsen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbietsen.
- bietsen — w. Overgankelijk (informeel) bedelen om, (iets) afbedelen, klaplopen… — w. Overgankelijk (informeel) (iets) ’lenen’ en niet teruggeven.
- bietsen␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afbietsen.
- bietsend — w. Onvoltooid deelwoord van bietsen.
- bietsende — w. Verbogen vorm van bietsend, het onvoltooid deelwoord van bietsen.
- bietser — n. (Informeel) klaploper, bedelaar, schooier, profiteur, parasiet. — n. (Informeel) dief.
- bietsers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bietser.
- bietst — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bietsen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bietsen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bietsen.
- bietst␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbietsen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbietsen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afbietsen.
- bietste — w. Enkelvoud verleden tijd van bietsen.
- bietste␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afbietsen.
- bietsten — w. Meervoud verleden tijd van bietsen.
- bietsten␣af — w. Meervoud verleden tijd van afbietsen.
- bietsuiker — n. (Voeding) uit bieten bereide suiker.
- bietsuikers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bietsuiker.
- bietsuikertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bietsuiker.
- bietsuikertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bietsuiker.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: geen woord
- Frans WikiWoordenboek: geen woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 140 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |