|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11
Er zijn 19 woorden bevattend met BIJHAbijhaal bijhaalde bijhaalden bijhaalt bijhalen bijhalend bijhalende bijhang bijhangen bijhangend bijhangende bijhangt bijhark bijharken bijharkend bijharkende bijharkt bijharkte bijharkten 24 definities gevonden- bijhaal — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijhalen.
- bijhaalde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van bijhalen.
- bijhaalden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van bijhalen.
- bijhaalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijhalen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijhalen.
- bijhalen — w. Twee of meer zaken met elkaar in verband brengen. — w. Het wegwerken van een achterstand. — w. Iets pakken.
- bijhalend — w. Onvoltooid deelwoord van bijhalen.
- bijhalende — w. Verbogen vorm van bijhalend, het onvoltooid deelwoord van bijhalen.
- bijhang — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijhangen.
- bijhangen — w. Als overbodig, nutteloos en hinderlijk iets of iemand ergens…
- bijhangend — w. Onvoltooid deelwoord van bijhangen.
- bijhangende — w. Verbogen vorm van bijhangend, het onvoltooid deelwoord van bijhangen.
- bijhangt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijhangen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijhangen.
- bijhark — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijharken.
- bijharken — w. Iets met een hark opruimen.
- bijharkend — w. Onvoltooid deelwoord van bijharken.
- bijharkende — w. Verbogen vorm van bijharkend, het onvoltooid deelwoord van bijharken.
- bijharkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijharken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijharken.
- bijharkte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van bijharken.
- bijharkten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van bijharken.
| |