|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 15 17 18 20 21
Er zijn 23 woorden bevattend met BIJZIbijziend bijziendheid bijzijn bijzin bijzinconstructie bijzinconstructies bijzinconstructietje bijzinconstructietjes bijzinnen bijzinnetje bijzinnetjes bijzit bijzitten bijzittend bijzittende bijzitter bijzitters dichtstbijzijnd voorbijzie voorbijzien voorbijziend voorbijziende voorbijziet 30 definities gevonden- bijziend — bijv. Alleen van dichtbij scherp kunnen zien.
- bijziendheid — n. (Medisch) een afwijking in de brandpuntsafstand van het oog…
- bijzijn — n. In het ~: in aanwezigheid van iemand.
- bijzin — n. (Taalkunde) een deel van een uiting dat een ondergeschikte…
- bijzinconstructie — n. (Taalkunde) een zinsconstructie met bijzin.
- bijzinconstructies — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bijzinconstructie.
- bijzinconstructietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bijzinconstructie.
- bijzinconstructietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bijzinconstructie.
- bijzinnen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bijzin.
- bijzinnetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bijzin.
- bijzinnetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bijzin.
- bijzit — n. Een vrouw die met een man leeft, zonder met hem gehuwd te zijn. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijzitten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijzitten.
- bijzitten — w. Onovergankelijk bij iemand zitten of gaan zitten. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bijzit.
- bijzittend — w. Onvoltooid deelwoord van bijzitten.
- bijzittende — w. Verbogen vorm van bijzittend, het onvoltooid deelwoord van bijzitten.
- bijzitter — n. Rechter in een meervoudige kamer die niet de voorzitter is. — n. Bijrijder in een auto of vrachtwagen. — n. Controleur in een stemlokaal die niet de voorzitter is.
- bijzitters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bijzitter.
- dichtstbijzijnd — bijv. Het meest in de buurt.
- voorbijzie — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijzien. — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs…
- voorbijzien — w. Ergens langs kijken zonder het op te merken, veronachtzamen.
- voorbijziend — w. Onvoltooid deelwoord van voorbijzien.
- voorbijziende — w. Verbogen vorm van voorbijziend, het onvoltooid deelwoord van voorbijzien.
- voorbijziet — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijzien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijzien.
| |