Lijst met woorden bevattend met

  Snelle modus

Klik om een zesde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  5  6  7  8  9  10

Er zijn 22 woorden bevattend met BLAFT

aanblaft  aanblafte  aanblaften  afblaft  afblafte  afblaften  blaft  blaft␣aan  blaft␣af  blafte  blafte␣aan  blafte␣af  blaften  blafte␣na  blaften␣aan  blaften␣af  blaften␣na  blaft␣na  geblaft  nablaft  nablafte  nablaften

35 definities gevonden

• aanblaft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanblaffen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanblaffen.
• aanblafte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanblaffen.
• aanblaften — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aanblaffen.
• afblaft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afblaffen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afblaffen.
• afblafte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afblaffen.
• afblaften — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afblaffen.
• blaft — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blaffen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blaffen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van blaffen.
• blaft␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanblaffen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanblaffen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanblaffen.
• blaft␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afblaffen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afblaffen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afblaffen.
• blafte — w. Enkelvoud verleden tijd van blaffen.
• blafte␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aanblaffen.
• blafte␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afblaffen.
• blaften — w. Meervoud verleden tijd van blaffen.
• blafte␣na — w. Enkelvoud verleden tijd van nablaffen.
• blaften␣aan — w. Meervoud verleden tijd van aanblaffen.
• blaften␣af — w. Meervoud verleden tijd van afblaffen.
• blaften␣na — w. Meervoud verleden tijd van nablaffen.
• blaft␣na — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nablaffen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nablaffen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van nablaffen.
• geblaft — w. Vormt de onpersoonlijke lijdende vorm. — w. Vormt de voltooide tijden. — w. Attributief gebruikt.
• nablaft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nablaffen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nablaffen.
• nablafte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van nablaffen.
• nablaften — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van nablaffen.

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.