Lijst met woorden bevattend met

  Snelle modus

Klik om een zesde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  7  8  9  10  11  12  13

Er zijn 17 woorden bevattend met BLEER

cibleer  ——  cibleert  doubleer  ——  cibleerde  doubleert  troebleer  ——  assembleer  cibleerden  doubleerde  troebleert  ——  assembleert  doubleerden  troebleerde  ——  assembleerde  getroebleerd  troebleerden  ——  assembleerden

33 definities gevonden

• cibleer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cibleren. — w. Gebiedende wijs van cibleren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cibleren.
• cibleert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cibleren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cibleren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van cibleren.
• doubleer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doubleren. — w. Gebiedende wijs van doubleren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doubleren.
• cibleerde — w. Enkelvoud verleden tijd van cibleren.
• doubleert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doubleren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doubleren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doubleren.
• troebleer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van troebleren. — w. Gebiedende wijs van troebleren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van troebleren.
• assembleer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assembleren. — w. Gebiedende wijs van assembleren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assembleren.
• cibleerden — w. Meervoud verleden tijd van cibleren.
• doubleerde — w. Enkelvoud verleden tijd van doubleren.
• troebleert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van troebleren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van troebleren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van troebleren.
• assembleert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assembleren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assembleren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van assembleren.
• doubleerden — w. Meervoud verleden tijd van doubleren.
• troebleerde — w. Enkelvoud verleden tijd van troebleren.
• assembleerde — w. Enkelvoud verleden tijd van assembleren.
• getroebleerd — bijv. (Formeel) niet goed bij het hoofd.
• troebleerden — w. Meervoud verleden tijd van troebleren.
• assembleerden — w. Meervoud verleden tijd van assembleren.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 2 woorden
• Frans WikiWoordenboek: 26 woorden
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: geen woord
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.