Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10
Er zijn 23 woorden bevattend met BLUSTblust —— bluste —— afblust blust␣af blusten blust␣na nablust —— afbluste bluste␣af bluste␣na blust␣uit nabluste uitblust —— afblusten blusten␣af blusten␣na bluste␣uit nablusten ongeblust uitbluste —— blusten␣uit uitblusten uitgeblust 36 definities gevonden- blust — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blussen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blussen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van blussen.
- bluste — w. Enkelvoud verleden tijd van blussen.
- afblust — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afblussen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afblussen.
- blust␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afblussen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afblussen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afblussen.
- blusten — w. Meervoud verleden tijd van blussen.
- blust␣na — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nablussen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nablussen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van nablussen.
- nablust — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nablussen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nablussen.
- afbluste — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afblussen.
- bluste␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afblussen.
- bluste␣na — w. Enkelvoud verleden tijd van nablussen.
- blust␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblussen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblussen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitblussen.
- nabluste — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van nablussen.
- uitblust — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblussen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblussen.
- afblusten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afblussen.
- blusten␣af — w. Meervoud verleden tijd van afblussen.
- blusten␣na — w. Meervoud verleden tijd van nablussen.
- bluste␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitblussen.
- nablusten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van nablussen.
- ongeblust — bijv. Van kalk: dat het water eruit is gehaald. — bijv. (Figuurlijk) van emoties dat ze nog heftig aanwezig zijn. — bijv. Van vuur: dat het niet door water gedoofd is.
- uitbluste — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitblussen.
- blusten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitblussen.
- uitblusten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitblussen.
- uitgeblust — bijv. Alle moed en zin verloren hebbend.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 29 woorden
- Frans WikiWoordenboek: geen woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 3 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|