|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Er zijn 24 woorden bevattend met BRICEFabrice —— Fabrices —— fabriceer rubriceer —— fabriceert fabriceren rubriceert rubriceren —— fabriceerde fabricerend rubriceerde rubricerend —— fabriceerden fabricerende prefabriceer rubriceerden rubricerende —— prefabriceert prefabriceren —— prefabriceerde prefabricerend —— prefabriceerden prefabricerende —— zelfgefabriceerd 37 definities gevonden- Fabrice — eig. (Mannelijke naam) jongensnaam.
- Fabrices — eig. Genitief van Fabrice.
- fabriceer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fabriceren. — w. Gebiedende wijs van fabriceren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fabriceren.
- rubriceer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rubriceren. — w. Gebiedende wijs van rubriceren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rubriceren.
- fabriceert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fabriceren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fabriceren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van fabriceren.
- fabriceren — w. Overgankelijk een product door middel van werktuigen bewerken…
- rubriceert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rubriceren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rubriceren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van rubriceren.
- rubriceren — w. Iets of iemand in een rubriek, categorie of klasse onderbrengen… — w. De beginletters (in middeleeuwse handschriften en drukken)…
- fabriceerde — w. Enkelvoud verleden tijd van fabriceren.
- fabricerend — w. Onvoltooid deelwoord van fabriceren.
- rubriceerde — w. Enkelvoud verleden tijd van rubriceren.
- rubricerend — w. Onvoltooid deelwoord van rubriceren.
- fabriceerden — w. Meervoud verleden tijd van fabriceren.
- fabricerende — w. Verbogen vorm van fabricerend, het onvoltooid deelwoord van fabriceren.
- prefabriceer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prefabriceren. — w. Gebiedende wijs van prefabriceren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prefabriceren.
- rubriceerden — w. Meervoud verleden tijd van rubriceren.
- rubricerende — w. Verbogen vorm van rubricerend, het onvoltooid deelwoord van rubriceren.
- prefabriceert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prefabriceren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prefabriceren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van prefabriceren.
- prefabriceren — w. (Techniek) overgankelijk in de fabriek zo vervaardigen dat…
- prefabriceerde — w. Enkelvoud verleden tijd van prefabriceren.
- prefabricerend — w. Onvoltooid deelwoord van prefabriceren.
- prefabriceerden — w. Meervoud verleden tijd van prefabriceren.
- prefabricerende — w. Verbogen vorm van prefabricerend, het onvoltooid deelwoord van prefabriceren.
- zelfgefabriceerd — bijv. In het bedrijf of de fabriek zelf gemaakt, dus niet ingekocht.
Zie deze lijst voor:
| |