Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 9 10 11 12 13 14 15 16 18 19
Er zijn 23 woorden bevattend met BEWEEGbeweeg beweegbaar beweeggrond beweeggronden beweeglijk beweeglijkheid beweeg␣mee beweegreden beweegredenen beweegredentje beweegredentjes beweegt beweegt␣mee beweegt␣voort beweeg␣voort meebeweeg meebeweegt onbeweeglijk onbeweeglijkheid onbeweeglijkheidje onbeweeglijkheidjes voortbeweeg voortbeweegt 38 definities gevonden- beweeg — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewegen. — w. Gebiedende wijs van bewegen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewegen.
- beweegbaar — bijv. Niet gefixeerd in een bepaalde stand of positie, flexibel.
- beweeggrond — n. De reden waarom men iets doet.
- beweeggronden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord beweeggrond.
- beweeglijk — bijv. Met gemak bewegend.
- beweeglijkheid — n. De neiging om van bewegen; het kunnen bewegen.
- beweeg␣mee — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meebewegen. — w. Gebiedende wijs van meebewegen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meebewegen.
- beweegreden — n. De motivatie om in actie te komen.
- beweegredenen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord beweegreden.
- beweegredentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord beweegreden.
- beweegredentjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord beweegreden.
- beweegt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewegen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewegen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bewegen.
- beweegt␣mee — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meebewegen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meebewegen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van meebewegen.
- beweegt␣voort — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortbewegen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortbewegen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voortbewegen.
- beweeg␣voort — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortbewegen. — w. Gebiedende wijs van voortbewegen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortbewegen.
- meebeweeg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meebewegen.
- meebeweegt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meebewegen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meebewegen.
- onbeweeglijk — bijv. Zonder enige beweging. — bijv. Niet bewogen kunnen worden.
- onbeweeglijkheid — n. Het niet van plaats of standpunt kunnen of willen veranderen.
- onbeweeglijkheidje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord onbeweeglijkheid.
- onbeweeglijkheidjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord onbeweeglijkheid.
- voortbeweeg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortbewegen.
- voortbeweegt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortbewegen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortbewegen.
|