Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 8 9 10 11
Er zijn 11 woorden bevattend met BLOEITbloeit bloeitijd bloeitijden bloeit␣na bloeit␣op bloeit␣open bloeit␣uit nabloeit opbloeit openbloeit uitbloeit 26 definities gevonden- bloeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bloeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bloeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bloeien.
- bloeitijd — n. De periode van het jaar dat er bloemen aan een plant bloeien. — n. De hoogtij van iets.
- bloeitijden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bloeitijd.
- bloeit␣na — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabloeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabloeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van nabloeien.
- bloeit␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbloeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbloeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opbloeien.
- bloeit␣open — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openbloeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openbloeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van openbloeien.
- bloeit␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbloeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbloeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbloeien.
- nabloeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabloeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabloeien.
- opbloeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbloeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbloeien.
- openbloeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openbloeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openbloeien.
- uitbloeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbloeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbloeien.
|