|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 25 woorden bevattend met BOEMELboemel —— boemels boemelt —— boemelde boemelen —— boemelaar boemelden boemelend boemeltje verboemel —— boemelaars boemelende boemeltjes verboemelt —— boemeltrein verboemelde verboemelen —— boemelaartje verboemelden verboemelend —— boemelaartjes boemeltreinen verboemelende —— boemeltreintje —— boemeltreintjes 35 definities gevonden- boemel — n. Een stoptrein die bij heel veel stations stopt. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boemelen. — w. Gebiedende wijs van boemelen.
- boemels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord boemel.
- boemelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boemelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boemelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van boemelen.
- boemelde — w. Enkelvoud verleden tijd van boemelen.
- boemelen — w. Inergatief zijn tijd doorbrengen met uitgaan, brassen, slempen. — w. Inergatief met de stoptrein reizen. — w. Ergatief met de stoptrein ergens heen reizen.
- boemelaar — n. Iemand die vaak boemelt (uitgaat).
- boemelden — w. Meervoud verleden tijd van boemelen.
- boemelend — w. Onvoltooid deelwoord van boemelen.
- boemeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boemel.
- verboemel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verboemelen. — w. Gebiedende wijs van verboemelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verboemelen.
- boemelaars — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord boemelaar.
- boemelende — w. Verbogen vorm van boemelend, het onvoltooid deelwoord van boemelen.
- boemeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord boemel.
- verboemelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verboemelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verboemelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verboemelen.
- boemeltrein — n. (Spoorwegen) stoptrein.
- verboemelde — w. Enkelvoud verleden tijd van verboemelen.
- verboemelen — w. Iets niet nuttig gebruiken.
- boemelaartje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boemelaar.
- verboemelden — w. Meervoud verleden tijd van verboemelen.
- verboemelend — w. Onvoltooid deelwoord van verboemelen.
- boemelaartjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord boemelaar.
- boemeltreinen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord boemeltrein.
- verboemelende — w. Verbogen vorm van verboemelend, het onvoltooid deelwoord van verboemelen.
- boemeltreintje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boemeltrein.
- boemeltreintjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord boemeltrein.
| |