Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 10 11 12 13 14 15 16 20 21
Er zijn 17 woorden bevattend met BOUWVAbouwvak bouwval —— bouwvakken bouwvakker bouwvallen bouwvallig —— bouwvakkers —— bouwvalletje —— bouwvakkertje bouwvalletjes —— bouwvakkertjes —— bouwvakarbeider bouwvakvakantie —— bouwvakarbeiders bouwvakvakanties —— bouwvakkersdecolleté —— bouwvakkersdecolletés 18 definities gevonden- bouwvak — n. M de tijd waarin bouwvakkers vakantie hebben. — n. O een vak dat betrekking heeft tot bouwen.
- bouwval — n. Overblijfsel van een gebouw.
- bouwvakken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwvak.
- bouwvakker — n. (Beroep) een arbeider die werkzaam is in de bouw.
- bouwvallen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwval.
- bouwvallig — bijv. In slechte bouwkundige staat verkerend.
- bouwvakkers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwvakker.
- bouwvalletje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bouwval.
- bouwvakkertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bouwvakker.
- bouwvalletjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwval.
- bouwvakkertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwvakker.
- bouwvakarbeider — n. (Beroep) werker in de bouw.
- bouwvakvakantie — n. (Tijdrekening) periode van 3 weken in de zomer waarin er niet…
- bouwvakarbeiders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwvakarbeider.
- bouwvakvakanties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwvakvakantie.
- bouwvakkersdecolleté — n. Een deel van de billen met bilnaad kunnen zien doordat de broek…
- bouwvakkersdecolletés — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwvakkersdecolleté.
|