Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 22 woorden bevattend met BRUIKTbruikt —— bruikte —— bruikten gebruikt —— gebruikte misbruikt verbruikt —— gebruikten gebruikt␣op misbruikte ongebruikt opgebruikt verbruikte —— gebruikte␣op hergebruikt misbruikten opgebruikte verbruikten —— gebruikten␣op hergebruikte opgebruikten —— hergebruikten 38 definities gevonden- bruikt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bruiken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bruiken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bruiken.
- bruikte — w. Enkelvoud verleden tijd van bruiken.
- bruikten — w. Meervoud verleden tijd van bruiken.
- gebruikt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gebruiken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gebruiken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van gebruiken.
- gebruikte — w. Enkelvoud verleden tijd van gebruiken.
- misbruikt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misbruiken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misbruiken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van misbruiken.
- verbruikt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbruiken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbruiken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verbruiken.
- gebruikten — w. Meervoud verleden tijd van gebruiken.
- gebruikt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opgebruiken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opgebruiken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opgebruiken.
- misbruikte — w. Enkelvoud verleden tijd van misbruiken.
- ongebruikt — bijv. Dat iets nog nooit gebruikt is en dus nog helemaal als nieuw… — bijv. Dat iets wat nuttig zou kunnen zijn niet benut wordt.
- opgebruikt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opgebruiken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opgebruiken. — w. Voltooid deelwoord van opgebruiken.
- verbruikte — w. Enkelvoud verleden tijd van verbruiken.
- gebruikte␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opgebruiken.
- hergebruikt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hergebruiken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hergebruiken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van hergebruiken.
- misbruikten — w. Meervoud verleden tijd van misbruiken.
- opgebruikte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opgebruiken. — w. Verbogen vorm van opgebruikt, voltooid deelwoord van opgebruiken.
- verbruikten — w. Meervoud verleden tijd van verbruiken.
- gebruikten␣op — w. Meervoud verleden tijd van opgebruiken.
- hergebruikte — w. Enkelvoud verleden tijd van hergebruiken.
- opgebruikten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opgebruiken.
- hergebruikten — w. Meervoud verleden tijd van hergebruiken.
|