Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 13 15 16
Er zijn 15 woorden bevattend met BESCHAAbeschaaf beschaam —— beschaafd beschaaft beschaamd beschaamt —— beschaafde beschaamde —— beschaafden beschaamden onbeschaafd onbeschaamd —— beschaamdheid —— onbeschaamdheid —— onbeschaamdheden 25 definities gevonden- beschaaf — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschaven. — w. Gebiedende wijs van beschaven. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschaven.
- beschaam — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschamen. — w. Gebiedende wijs van beschamen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschamen.
- beschaafd — bijv. Net en goed opgevoed. — bijv. Een hoge ontwikkeling hebbend.
- beschaaft — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschaven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschaven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beschaven.
- beschaamd — bijv. Vol met de neiging zich te verbergen voor anderen, verlegen. — bijw. Vol met de neiging zich te verbergen voor anderen, verlegen.
- beschaamt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschamen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschamen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beschamen.
- beschaafde — w. Enkelvoud verleden tijd van beschaven.
- beschaamde — w. Enkelvoud verleden tijd van beschamen.
- beschaafden — w. Meervoud verleden tijd van beschaven.
- beschaamden — w. Meervoud verleden tijd van beschamen.
- onbeschaafd — bijv. Geen goede opvoeding of opleiding genoten hebbend.
- onbeschaamd — bijv. Zonder schaamte.
- beschaamdheid — n. Het zich schuldig en minderwaardig voelen.
- onbeschaamdheid — n. Gedrag dat schaamte op zou moeten roepen maar het bij die persoon niet doet.
- onbeschaamdheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord onbeschaamdheid.
|