Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 9 10 11 12 13 14 15 19 20
Er zijn 16 woorden bevattend met BORRELTbabyborreltje babyborreltjes borrelt borreltafel borreltafels borreltafeltje borreltafeltjes borreltijd borreltje borreltjes borrelt␣op kerstborreltje kerstborreltjes nieuwjaarsborreltje nieuwjaarsborreltjes opborrelt 23 definities gevonden- babyborreltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord babyborrel.
- babyborreltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord babyborrel.
- borrelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van borrelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van borrelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van borrelen.
- borreltafel — n. Hapjes die men kan eten tijdens het borrelen. — n. Bittertafel.
- borreltafels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord borreltafel.
- borreltafeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord borreltafel.
- borreltafeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord borreltafel.
- borreltijd — n. (Drinken) tijd na afloop van het werk waarop sommigen borrelen. — n. (Bij uitbreiding) moment waarop er wordt geborreld, meestal…
- borreltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord borrel.
- borreltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord borrel.
- borrelt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opborrelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opborrelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opborrelen.
- kerstborreltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kerstborrel.
- kerstborreltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kerstborrel.
- nieuwjaarsborreltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord nieuwjaarsborrel.
- nieuwjaarsborreltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord nieuwjaarsborrel.
- opborrelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opborrelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opborrelen.
|