|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 18
Er zijn 25 woorden bevattend met BRUIKENbruiken —— bruikend —— bruikende gebruiken —— gebruikend misbruiken verbruiken —— gebruikende gebruiken␣op misbruikend opgebruiken verbruikend —— hergebruiken misbruikende opgebruikend verbruikende wangebruiken —— hergebruikend kerkgebruiken opgebruikende taalgebruiken —— hergebruikende kerstgebruiken treingebruiken —— huwelijksgebruiken 30 definities gevonden- bruiken — w. Overgankelijk (Vroegnieuwnederlands) zich bedienen van, gebruiken.
- bruikend — w. Onvoltooid deelwoord van bruiken.
- bruikende — w. Verbogen vorm van bruikend, het onvoltooid deelwoord van bruiken.
- gebruiken — w. Overgankelijk zich bedienen van, toepassen. — w. Overgankelijk eten, nuttigen. — w. (Pregnant) aan de drugs zijn.
- gebruikend — w. Onvoltooid deelwoord van gebruiken.
- misbruiken — w. Overgankelijk op een slechte wijze, d.w.z. overdadig gebruik… — w. Overgankelijk (pregnant) (iemand) op seksuele wijze mishandelen en uitbuiten. — w. Overgankelijk op laakbare wijze van iets (Macht, naamgeving…
- verbruiken — w. Overgankelijk bij gebruik opmaken.
- gebruikende — w. Verbogen vorm van gebruikend, het onvoltooid deelwoord van gebruiken.
- gebruiken␣op — w. Meervoud tegenwoordige tijd van opgebruiken.
- misbruikend — w. Onvoltooid deelwoord van misbruiken.
- opgebruiken — w. Alles gebruiken tot het op is.
- verbruikend — w. Onvoltooid deelwoord van verbruiken.
- hergebruiken — w. Overgankelijk afval opnieuw een goede bestemming geven. — w. Overgankelijk iets wat eerder bedacht of gemaakt is opnieuw…
- misbruikende — w. Verbogen vorm van misbruikend, het onvoltooid deelwoord van misbruiken.
- opgebruikend — w. Onvoltooid deelwoord van opgebruiken.
- verbruikende — w. Verbogen vorm van verbruikend, het onvoltooid deelwoord van verbruiken.
- wangebruiken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord wangebruik.
- hergebruikend — w. Onvoltooid deelwoord van hergebruiken.
- kerkgebruiken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kerkgebruik.
- opgebruikende — w. Verbogen vorm van opgebruikend, het onvoltooid deelwoord van opgebruiken.
- taalgebruiken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord taalgebruik.
- hergebruikende — w. Verbogen vorm van hergebruikend, het onvoltooid deelwoord van hergebruiken.
- kerstgebruiken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kerstgebruik.
- treingebruiken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord treingebruik.
- huwelijksgebruiken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord huwelijksgebruik.
| |