Lijst met woorden van 11 letters bevattend met

  Snelle modus

Klik om een zesde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  6  7  8  9  10  11  12  13  14  15  16  17  18  19  20

Er zijn 25 woorden van elf letters bevattend met CHEEP

afscheepten  inscheepten  ontscheepte  opscheepten  overscheept  scheepmaker  scheepsarts  scheepsbouw  scheepsbuik  scheepskoks  scheepsluik  scheepsreis  scheepsromp  scheepsruim  scheepsvolk  scheepswand  scheepswerf  scheepswrak  scheepten␣af  scheepten␣in  scheepten␣op  scheept␣over  scheepvaart  verscheepte  zeescheepje

29 definities gevonden

• afscheepten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afschepen.
• inscheepten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van inschepen.
• ontscheepte — w. Enkelvoud verleden tijd van ontschepen.
• opscheepten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opschepen.
• overscheept — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overschepen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overschepen.
• scheepmaker — n. (Beroep) bouwer van schepen.
• scheepsarts — n. (Beroep), (scheepvaart), (medisch),dokter op een zeeschip.
• scheepsbouw — n. (Scheepvaart) een specialisatie in de techniek waarin men zich…
• scheepsbuik — n. (Scheepvaart) ruim van een schip.
• scheepskoks — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord scheepskok.
• scheepsluik — n. Een onderdeel van de luikenkap waarmee een scheepsruim wordt afgesloten.
• scheepsreis — n. Een reis gemaakt met een schip.
• scheepsromp — n. (Scheepvaart) het kale casco van een schip zonder tuig, machines…
• scheepsruim — n. (Scheepvaart) een ruimte voor het opslaan van goederen in een schip.
• scheepsvolk — n. De bemanning van een schip.
• scheepswand — n. (Scheepvaart) afscheiding tussen de romp van een vaartuig en… — n. (Verouderd) (scheepvaart) touwwerk van een zeilschip.
• scheepswerf — n. (Scheepvaart) een aan het water gelegen werkgebied waar schepen…
• scheepswrak — n. Het overblijfsel van een verongelukt schip, dat niet meer te gebruiken is.
• scheepten␣af — w. Meervoud verleden tijd van afschepen.
• scheepten␣in — w. Meervoud verleden tijd van inschepen.
• scheepten␣op — w. Meervoud verleden tijd van opschepen.
• scheept␣over — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overschepen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overschepen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overschepen.
• scheepvaart — n. (Verkeer) het verkeer op het water.
• verscheepte — w. Enkelvoud verleden tijd van verschepen.
• zeescheepje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zeeschip.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 1 woord
• Frans WikiWoordenboek: geen woord
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: geen woord
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.