Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 18 19
Er zijn 23 woorden bevattend met CHEELchemische␣elementen chemische␣elementjes scheel scheelde scheelden scheelogen scheeloog scheelt scheelzag scheelzagen scheelzie scheelzien scheelziend scheelziet verscheel verscheelde verscheelden verscheelt zagen␣scheel zag␣scheel zien␣scheel zie␣scheel ziet␣scheel 36 definities gevonden- chemische␣elementen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord chemisch element.
- chemische␣elementjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord chemisch element.
- scheel — bijv. Het gebrek hebbend dat de oogassen niet op eenzelfde punt… — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schelen. — w. Gebiedende wijs van schelen.
- scheelde — w. Enkelvoud verleden tijd van schelen.
- scheelden — w. Meervoud verleden tijd van schelen.
- scheelogen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord scheeloog.
- scheeloog — n. (Medisch) iemand die scheel ziekt, iemand met strabismus.
- scheelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van schelen.
- scheelzag — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van scheelzien.
- scheelzagen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van scheelzien.
- scheelzie — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheelzien.
- scheelzien — n. Strabismus, oogziekte waarbij de ogen nier naar een zelfde…
- scheelziend — w. Onvoltooid deelwoord van scheelzien.
- scheelziet — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheelzien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheelzien.
- verscheel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschelen. — w. Gebiedende wijs van verschelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschelen.
- verscheelde — w. Enkelvoud verleden tijd van verschelen.
- verscheelden — w. Meervoud verleden tijd van verschelen.
- verscheelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verschelen.
- zagen␣scheel — w. Meervoud verleden tijd van scheelzien.
- zag␣scheel — w. Enkelvoud verleden tijd van scheelzien.
- zien␣scheel — w. Meervoud tegenwoordige tijd van scheelzien.
- zie␣scheel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheelzien. — w. Gebiedende wijs van scheelzien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheelzien.
- ziet␣scheel — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheelzien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheelzien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van scheelzien.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 22 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 15 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 33 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|