Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 8 9 13
Er zijn 11 woorden bevattend met CHUDTafschudt dooreenschudt losschudt opschudt schudt schudt␣af schudt␣dooreen schudt␣los schudt␣op schudt␣uit uitschudt 29 definities gevonden- afschudt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschudden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschudden.
- dooreenschudt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- losschudt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van losschudden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van losschudden.
- opschudt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschudden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschudden.
- schudt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schudden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schudden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van schudden.
- schudt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschudden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschudden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afschudden.
- schudt␣dooreen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dooreenschudden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dooreenschudden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van dooreenschudden.
- schudt␣los — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van losschudden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van losschudden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van losschudden.
- schudt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschudden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschudden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opschudden.
- schudt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschudden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschudden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitschudden.
- uitschudt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschudden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschudden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitschudden.
|