Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Er zijn 25 woorden bevattend met CTICUtacticus —— practicum practicus —— didacticus eclecticus eutecticum practicums —— Connecticut dialecticus dyslecticus —— practicumpje practicussen —— omnipracticus practicumpjes —— chiropracticus talenpracticum —— omnipracticusje schoolpracticum talenpracticums —— omnipracticusjes schoolpracticums —— talenpracticumpje —— schoolpracticumpje talenpracticumpjes —— schoolpracticumpjes 27 definities gevonden- tacticus — n. Iemand die het aanvalsplan bedenkt en ten uitvoer brengt. — n. Iemand die zo voorzichtig met mensen omgaat dat hij zijn eigen… — n. Iemand die het plan van aanpak bepaalt.
- practicum — n. Praktisch werk van leerlingen of studenten.
- practicus — n. Iemand die zakelijk en doelmatig werkt.
- didacticus — n. (Onderwijs), (beroep) iemand die zich toelegt op de leer van het lesgeven.
- eclecticus — n. Iemand die onderdelen uit verschillende bronnen gebruikt.
- eutecticum — n. (Materiaalkunde) mengsel van twee stoffen in zo’n verhouding…
- practicums — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord practicum.
- Connecticut — eig. Één van de vijftig deelstaten van de Verenigde Staten van…
- dialecticus — n. Iemand die de dialectiek beoefent.
- dyslecticus — n. Iemand die woordblindheid of dyslexie heeft.
- practicumpje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord practicum.
- practicussen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord practicus.
- omnipracticus — n. (Medisch) huisarts.
- practicumpjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord practicum.
- chiropracticus — n. (Beroep) beoefenaar van een tak van de zogenoemde ’alternatieve…
- talenpracticum — n. Practicum in vreemde talen met behulp van audioapparatuur.
- omnipracticusje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord omnipracticus.
- schoolpracticum — n. (Onderwijs) stage van een aanstaande onderwijzer of leraar aan een school.
- talenpracticums — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord talenpracticum.
- omnipracticusjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord omnipracticus.
- schoolpracticums — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schoolpracticum.
- talenpracticumpje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord talenpracticum.
- schoolpracticumpje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schoolpracticum.
- talenpracticumpjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord talenpracticum.
- schoolpracticumpjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord schoolpracticum.
Zie deze lijst voor:
|