|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 20
Er zijn 24 woorden bevattend met CENTREcentreer —— centreert centreren —— centreerde centrerend centrering —— centreerden centrerende concentreer gecentreerd —— centreringen concentreert concentreren decentrering —— concentreerde concentrerend —— concentreerden concentrerende geconcentreerd —— vlakgecentreerd —— ongeconcentreerd —— ruimtegecentreerd —— vlakkengecentreerd —— grondvlakgecentreerd 35 definities gevonden- centreer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van centreren. — w. Gebiedende wijs van centreren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van centreren.
- centreert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van centreren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van centreren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van centreren.
- centreren — w. Overgankelijk in het middelpunt brengen.
- centreerde — w. Enkelvoud verleden tijd van centreren.
- centrerend — w. Onvoltooid deelwoord van centreren.
- centrering — n. Het in het middelpunt plaatsen.
- centreerden — w. Meervoud verleden tijd van centreren.
- centrerende — w. Verbogen vorm van centrerend, het onvoltooid deelwoord van centreren.
- concentreer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van concentreren. — w. Gebiedende wijs van concentreren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van concentreren.
- gecentreerd — bijv. (Kristallografie) een grotere eenheidscel dan de primitieve…
- centreringen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord centrering.
- concentreert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van concentreren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van concentreren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van concentreren.
- concentreren — w. Overgankelijk centraliseren, op één plek samenbrengen. — w. Wederkerend zich ~ op één zaak toespitsen. — w. Overgankelijk (scheikunde) het ontdoen van overtollig oplosmiddel…
- decentrering — n. Het uit het middelpunt geraken.
- concentreerde — w. Enkelvoud verleden tijd van concentreren.
- concentrerend — w. Onvoltooid deelwoord van concentreren.
- concentreerden — w. Meervoud verleden tijd van concentreren.
- concentrerende — w. Verbogen vorm van concentrerend, het onvoltooid deelwoord van concentreren.
- geconcentreerd — bijv. Van een vloeistof dat er veel oplosmiddel (vaak water) is… — bijv. Van de aandacht dat deze op een klein onderwerp is gericht.
- vlakgecentreerd — bijv. (Kristallografie) de kortste translatievectors in de diagonale…
- ongeconcentreerd — bijv. Zonder aandacht, zonder focus.
- ruimtegecentreerd — bijv. (Kristallografie) de kortste translatievectors in de lichaamsdiagonale…
- vlakkengecentreerd — bijv. (Kristallografie) de kortste translatievectors in de diagonale…
- grondvlakgecentreerd — bijv. (Kristallografie) één van de kortste translatievectors niet…
Zie deze lijst voor:
| |