Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 25 woorden bevattend met CHRIKTschrikt —— schrikte —— afschrikt opschrikt schrikt␣af schrikten schrikt␣op —— afschrikte opschrikte schrikte␣af schrikte␣op verschrikt —— afschrikten opschrikten schrikten␣af schrikten␣op schrik␣terug verschrikte —— schrikt␣terug terugschrikt verschrikten —— schrikte␣terug terugschrikte —— schrikten␣terug terugschrikten 40 definities gevonden- schrikt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schrikken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schrikken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van schrikken.
- schrikte — w. Enkelvoud verleden tijd van schrikken.
- afschrikt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschrikken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschrikken.
- opschrikt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschrikken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschrikken.
- schrikt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschrikken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschrikken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afschrikken.
- schrikten — w. Meervoud verleden tijd van schrikken.
- schrikt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschrikken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschrikken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opschrikken.
- afschrikte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afschrikken.
- opschrikte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opschrikken.
- schrikte␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afschrikken.
- schrikte␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opschrikken.
- verschrikt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschrikken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschrikken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verschrikken.
- afschrikten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afschrikken.
- opschrikten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opschrikken.
- schrikten␣af — w. Meervoud verleden tijd van afschrikken.
- schrikten␣op — w. Meervoud verleden tijd van opschrikken.
- schrik␣terug — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugschrikken. — w. Gebiedende wijs van terugschrikken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- verschrikte — w. Enkelvoud verleden tijd van verschrikken.
- schrikt␣terug — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugschrikken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugschrikken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van terugschrikken.
- terugschrikt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- verschrikten — w. Meervoud verleden tijd van verschrikken.
- schrikte␣terug — w. Enkelvoud verleden tijd van terugschrikken.
- terugschrikte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van terugschrikken.
- schrikten␣terug — w. Meervoud verleden tijd van terugschrikken.
- terugschrikten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van terugschrikken.
|