Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14
Er zijn 20 woorden bevattend met CINEERcalcineer fascineer vaccineer —— calcineert fascineert vaccineert —— calcineerde fascineerde hallucineer revaccineer vaccineerde —— calcineerden fascineerden hallucineert revaccineert vaccineerden —— hallucineerde revaccineerde —— hallucineerden revaccineerden 40 definities gevonden- calcineer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van calcineren. — w. Gebiedende wijs van calcineren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van calcineren.
- fascineer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fascineren. — w. Gebiedende wijs van fascineren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fascineren.
- vaccineer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vaccineren. — w. Gebiedende wijs van vaccineren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vaccineren.
- calcineert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van calcineren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van calcineren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van calcineren.
- fascineert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fascineren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fascineren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van fascineren.
- vaccineert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vaccineren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vaccineren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vaccineren.
- calcineerde — w. Enkelvoud verleden tijd van calcineren.
- fascineerde — w. Enkelvoud verleden tijd van fascineren.
- hallucineer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hallucineren. — w. Gebiedende wijs van hallucineren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hallucineren.
- revaccineer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van revaccineren. — w. Gebiedende wijs van revaccineren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van revaccineren.
- vaccineerde — w. Enkelvoud verleden tijd van vaccineren.
- calcineerden — w. Meervoud verleden tijd van calcineren.
- fascineerden — w. Meervoud verleden tijd van fascineren.
- hallucineert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hallucineren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hallucineren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van hallucineren.
- revaccineert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van revaccineren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van revaccineren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van revaccineren.
- vaccineerden — w. Meervoud verleden tijd van vaccineren.
- hallucineerde — w. Enkelvoud verleden tijd van hallucineren.
- revaccineerde — w. Enkelvoud verleden tijd van revaccineren.
- hallucineerden — w. Meervoud verleden tijd van hallucineren.
- revaccineerden — w. Meervoud verleden tijd van revaccineren.
|